De ruïnes van de oude stad Dimali liggen op de westelijke helling van de berg Shpiragu. Dimali as een belangrijke stad tijdens de Macedonisch-Romeinse oorlogen van 220-205 v.Chr. De stad was versterkt met muren en had een kleine necropolis, enkele huizen en een akropolis, die in de jaren 60 door archeologen werd ontdekt. Sporen van monumenten op de akropolis, de omringende muren en veranda's voor het plaatsen van sculpturen tonen het belang van de stad.

De stad werd gebouwd op twee toppen, omringd door muren van kalksteenblokken. Deze omringende muren bereikten een lengte van ongeveer 2400 meter. De plaats was van nature uitstekend gelegen want drie zijden van de heuvel zijn omringd door kloven. De hoogste top diende als acropolis, terwijl de onderste het grootste deel van de inwoners leek te beschutten.

Het geostrategische belang ervan lag in de controle over de route grenzend aan de kustvlakten tot aan het vlakke land tussen de rivieren Apsus (Seman) en Genusus (Shkumbin). Op tegels werden diverse zegels aangetroffen wat wijst op een omvangrijke exploitatie en de aanwezigheid van particuliere en openbare werkplaatsen. Sommige zegels dragen de namen van particuliere eigenaren van de werkplaatsen, terwijl de zegels met de inscriptie "Dimallitan" tot de stad behoorden als openbaar bezit. Het belangrijkste openbare gebouw dat in Dimal is ontdekt was blijkbaar een porticus/stoa. Deze stond op het zuidelijke deel van de akropolis en bestond uit zeven apsissen (halfronde delen). Naast de architectonische betekenis stabiliseerden de apsissen van de porticus ook het gladde terrein.

Dimal speelde een belangrijke rol in de gebeurtenissen in de regio in de 3e en 2e eeuw v.Chr. De letterlijke bronnen zijn beperkt en vermelden deze intrigerende stad alleen in de context van de Illyrisch-Romeinse Oorlogen en de Romeins-Macedonische Oorlogen. Meer specifiek, in de periode 222-219, stelde Demetrius van Pharos, leider van de stam van de Ardiaei, Dimal volledig onder zijn controle. Hij plaatste hier een sterk garnizoen met de bedoeling de naderende Romeinse vijand tegen te houden want de stad had de reputatie oninneembaar te zijn. Die reputatie hield echter geen rekening met het het genie van de Romeide specialisten in belegeringen. De Romeinse consul Luc Aemilius, die zich hiervan bewust was, trok rechtstreeks naar Dimal en belegerde de stad. Aemilius wist dat de val van Dimal verdere weerstand vanuit andere regionale nederzettingen zou ontmoedigen. De strategie werkte: na een week van belegering viel Dimal in handen van de Romeinen en andere stammen gaven er de brui aan.. Een Romeins garnizoen was gestationeerd in Dimal. In de decennia die volgden, raakte Dimal betrokken bij de oorlogen tussen Macedonië en Rome. Rond 215 werd Dimal door een verdrag tussen Philippus V van Macedonië en Hannibal tegen Rome aangewezen als onderdeel van de Macedonische staat. In de vrede van 205 tussen Rome en Macedonië bleef Dimal echter, samen met andere nabijgelegen nederzettingen, deel uitmaken van het Romeinse protectoraat Illyricum.
Naarmate Rome verder oostwaarts trok verloor Dimal zijn geostrategische belang. Dimal moet dus in de eerste eeuw v.Chr. tot de derde eeuw n.Chr. voornamelijk hebben gediend als een kleine militaire basis, maar het slaagde er niet in de status van een Romeinse kolonie of religieus centrum te bereiken. De coordinaten voor de plaats zijn: 40.72068, 19.80877